Ook voetballers verzinnen smoezen om niet naar de tandarts te hoeven
‘Willem II stuurt spelers naar kaakchirurg’ kopte het Brabants Dagblad begin september. Ditmaal was het de Ecuadoraanse linksback Diego Palacios die er na de medische keuring aan moest geloven: zijn verstandskiezen moesten eruit. Het is een terugkerend fenomeen dat zich afspeelt op het raakvlak van mondzorg en topsport: wel of niet preventief verwijderen van de verstandskiezen? Bij Dental Tribune deed dit bericht meer vragen rijzen. Hoe zit het eigenlijk met de gebitten van de Nederlandse topsporters? Tegen welke mondproblemen lopen zij aan en wat kan er beter?
Wie daar meer van weet, is implanterend tandarts Roel de Maat. Als fervent sportliefhebber en medepraktijkeigenaar van Tandheelkundig Centrum Arnhem Noord trof hij enkele jaren geleden bij toeval wielrenner Maarten Tjallingii in zijn stoel. Deze vertelde dat in het wielerpeloton in de Tour geregeld renners, waaronder een aantal grote namen, ongemak ervoeren als gevolg van gebitsproblemen. “Dat vond ik vreemd. Aan de buitenkant zie ik een mooie fiets, goede kleding en een luxe bus. Dan verwacht je dat zoiets basaals als tandheelkunde ook goed geregeld is. Maar dat blijkt vaak niet of nauwelijks het geval,” aldus De Maat.
Hierop besloot hij het gesprek met wielerploegen aan te gaan, om te zien welke mogelijkheden er waren voor een tandheelkundige screening van de renners. De wielerwereld bleek op dit gebied echter behoorlijk conservatief: alleen het team van Sunweb lijkt open te staan voor een eventuele samenwerking. Praktisch gezien bleken de renners echter lastig naar de praktijk in Arnhem te krijgen: ze trainen allemaal individueel en de selectie komt alleen bij elkaar voor een wedstrijd.
Vitesse en Oranje
Voor voetbalclub Vitesse zijn regelmatige bezoeken aan tandarts De Maat minder problematisch. “Daar is clubarts Pieter Sengkerij zich terdege bewust dat een gezonde mond problemen elders in het lichaam kan voorkomen,” verklaart De Maat. De A-selectie van de Arnhemse club komt ruim voor het begin van het seizoen, zodra de selectie bekend is, op een zaterdag samen voor een screening bij De Maat. Een voor een nemen de spelers dan bij hem of een collega plaats in de stoel. Vervolgens wordt samen met de teamarts bepaald hoe en wanneer ze gaan behandelen. “Wij passen ons aan de schema’s van de sporters aan. Dat betekent bijvoorbeeld dat ik soms op zaterdag werk.”
De Maat screende ook de monden van de Oranjeselectie die afreisde naar het WK in Brazilië in 2014. Daartoe besloot teamarts van het Nederlands elftal Edwin Goedhart, toen hij vier jaar eerder in Zuid-Afrika ineens te maken kreeg met mondproblemen bij het team. “Spelers kampten daar ter plekke ineens met dingen als ontstekingen, cariës en klachten door verstandskiezen. Zaken die je niet zou verwachten van topsporters,” aldus De Maat. Goedhart, die oordeelde dat hij deze onrust op een WK niet kon gebruiken, besloot vier jaar later het zekere voor het onzekere te nemen door het team tijdig naar de Arnhemse praktijk te sturen. De Maat was graag met het elftal meegegaan naar Brazilië, maar de noodzaak daarvoor ontbrak. “Als je van tevoren je screening en je behandelingen goed doet, is dat niet nodig.”
Smoezen
Bij het screenen van het Nederlands elftal concludeerde De Maat dat de tanden van sommige spelers in verrassend slechte staat waren. Hij kwam onverwachts veel cariës en periapicale ontstekingen tegen en moest ook flink wat extracties uitvoeren. Hoe dat kan? “Voetballers zijn ook maar gewoon mensen, die soms bang zijn voor de tandarts of een smoes verzinnen om niet te hoeven gaan.” Niet iedere profclub in Nederland is zoals Vitesse verbonden aan een tandarts. Aandacht voor mondzorg onder coaches en teamartsen komt vooral van de jongere generatie sportartsen, is de ervaring van de Arnhemmer. De Maat: “Samen met mijn compagnon schuif ik geregeld aan bij een landelijk overleg van teamartsen werkzaam bij eredivisieclubs. Daar zijn wij de enige tandartsen en krijgen we regelmatig de vraag hoe we dat bij Vitesse precies organiseren.”
Verstandskiezen
Wat zijn dan de exacte voordelen van een gezonde mond voor een topsporter? Voorkom je er daadwerkelijk spierblessures mee, zoals wel wordt gezegd? “Het screenen van een topsporter heeft vooral tot voordeel dat je niet voor verrassingen komt te staan op de verkeerde momenten. Verder kun je op korte termijn zorgen voor lagere ontstekingswaarden in de rest van het lichaam en op langere termijn voor een lagere kans op hart- en vaatziekten. Al is die kans bij topsporters sowieso lager,” aldus De Maat. Tandartsen of artsen die beweren dat het verwijderen van verstandskiezen of een bepaald occlusiecontact spierblessures zouden voorkomen, baseren zich volgens hem nergens op. “Een dergelijk verband is nooit bewezen.” Zo zou een Belgische osteopaat De Maat hebben verteld dat David Beckham ooit bij AC Milan zijn kruisband scheurde, omdat hij even daarvoor bij een aanval een onschuldig ogende elleboog op zijn kaak had gekregen. Deze tik zou zijn occlusie verstoord hebben, en daarmee ook de hele balans in zijn lichaam, wat tot de knieblessure zou hebben geleid. “Dat lijkt mij niet aantoonbaar,” oordeelt de Arnhemse tandarts nuchter.
En het verwijderen van de verstandskiezen waar Palacios onlangs nog aan moest geloven? “Onder sommige artsen en tandartsen wordt dat groter gemaakt dan het is. Voor profvoetballers geldt geen andere regel dan voor gewone patiënten. Een verstandskies moet alleen verwijderd worden als daar een reden voor is, bijvoorbeeld de ligging of wanneer er sprake is van cariës of pericoronitis.” Een beleid zoals bij Ajax ooit gold, waarbij preventief alle verstandkiezen – ook bij jeugdspelers – werden verwijderd, vindt De Maat onnodig. Hij spreekt van overbehandeling. Van Robin van Persie hoorde hij overigens een andere verklaring voor het fenomeen. De Feyenoord-spits liet in dienst van Arsenal zijn verstandskiezen verwijderen omdat coach Arsène Wenger daartoe opdracht gaf voor het hele team. De kaakchirurg die daarvoor in de hand werd genomen, bleek echter een goede vriend van Wenger, die het wel een mooie klus vond, wist Van Persie te vertellen.
Olympisch onderzoek
Recent wetenschappelijk onderzoek onder 325 Olympische atleten liet zien dat deze doelgroep geregeld te maken heeft met parodontale aandoeningen. Een derde van de bevraagde Olympiërs zei zelf te hebben ervaren dat een slechte mondgezondheid een negatieveinvloed kan hebben op sportprestaties. Prof. Ian Needleman, hoogleraar parodontologie in London en hoofdonderzoeker van de studie, presenteerde zijn bevindingen deze zomer op parodontologiecongres EuroPerio in Amsterdam, tijdens een bijeenkomst georganiseerd door de Sunstar Foundation. Deze organisatie financiert onderzoek naar de relatie tussen mondgezondheid en algehele gezondheid, met als doel de kwaliteit van leven van mensen wereldwijd te verbeteren. Daar sprak hij ook over zijn eerdere onderzoek, waaruit blijkt dat de mondgezondheid van Olympische sporters en Engelse profvoetballers te wensen overlaat, en atleten zelf aangeven dat het naast hun sportprestaties ook hun welzijn en hun trainingen beïnvloedt.
Dr. Mike Loosemore, eveneens spreker tijdens de bijeenkomst van de Sunstar Foundation tijdens EuroPerio en tot 2016 actief als hoofd van de medische staf van het Britse Olympisch team, bevestigt het beeld dat Needleman schetst. Hij vertelt over zijn ervaringen met het Britse boksteam. “De atleten hadden geregeld behandeling nodig: vullingen, extracties, het herstellen van afgebroken elementen. Dat nam vooral veel tijd in beslag, waardoor te veel trainingen werden gemist. Het gevolg was dat ze niet fit genoeg waren voor hun wedstrijden.” De gebrekkige mondgezondheid van boksers komt volgens Loosemore vooral door een combinatie van drie factoren: een droge mond, het nuttigen van zoete sportdrankjes en het dragen van een mondbeschermer, waardoor zoete dranken langer in contact blijven met de tanden. De Britse arts denkt dat deze factoren, in meer of mindere mate, ook bij andere sporters een rol spelen.Needleman noemt het verrassend dat hoewel de door hem onderzochte sporters geregeld poetsen en interdentaal reinigen, zij toch vaak mondproblemen hebben. Hij pleit samen met Loosemore voor meer bewustzijn voor een gezonde mond bij topsporters en coaches. Naast dieet en fysiotherapie zou ook mondverzorging deel uit moeten maken van de routine van een topsporter.
Haribo-snoep
Dat profvoetballers voldoende aandacht hebben voor hun mond, gaat in Nederland niet op, is de ervaring van De Maat. “In de gegevens van onze screenings over de jaren heen, zie ik dat heel veel spelers geen schone mond hebben. Zij poetsen simpelweg niet vaak en goed genoeg.” Dat te vaak zoete sportdrank aangeboden wordt, zoals Britse onderzoekers benoemen (zie ook kader), ziet De Maat in Nederland ook, zowel bij voetballers als wielrenners. Bij de wielrenners heeft hij wel eens schalen Haribo-snoep aangetroffen, voor na de koers. “Daar zul jij als tandarts wel niet zo blij mee zijn, lachten de sportartsen dan tegen mij. Maar er gaat wat mij betreft echt te veel suiker in de sporter. Na een wedstrijd hebben ze misschien aanvulling nodig, maar bij een training voldoet water als dorstlesser.”
Ook De Maat is voorstander van het vergroten van bewustwording van mondgezondheid bij topsporters. Als de profvoetballers die hij ziet net zo therapietrouw worden als zijn gemiddelde patiënt, zou dat al een grote vooruitgang betekenen, denkt hij. Bij jongere spelers zouden ouders moeten motiveren tot een halfjaarlijks bezoek aan de tandarts, op latere leeftijd kan de teamarts voor bewustwording van mondgezondheid zorgen. “Of je nu bakker, slager of profvoetballer bent, je moet je cariës laten behandelen. En als je elk halfjaar komt, bespaar je jezelf een reeks ellendige behandelingen.”
De Maat raadt het andere tandartsen aan om topsporters te behandelen. “Benader eens een club in je omgeving als het je wat lijkt. Dat kan een club in de eredivisie of eerste divisie zijn, maar ook een basketbal- of handbalploeg. Om economische redenen moet je het niet doen, want met ons stugge tarievensysteem is het best lastig om een uitgebreide screening in rekening te brengen. Maar topsporters zijn vaak gewoon ontzettend leuke mensen, met een leuk team aan medici om zich heen.”